Wat is er toch in de tussentijd allemaal gebeurd Wilma? Nou, teveel om op te noemen is meer dan een understatement. De laatste keer dat ik schreef zat ik middenin de crowdfunding die overigens succesvol is afgesloten. Maar man, man wat was DAT een werk! Uiteindelijk sloot ik af met 106% van het target, opgebracht door 111 donateurs. De euro’s waren en zijn natuurlijk geweldig, maar de bemoedigende en lieve commentaren van iedereen waren ook pure winst en raakten me diep.
Op reis
Meteen daarna gingen we op reis. Want dat geld moest natuurlijk op! 🤣 🤣Nee, da’s flauwekul. Alhoewel … we gingen wel een tripje maken, maar dat was al veel eerder gepland. Veel mensen hebben me al gevraagd wanneer ik nou eens wat vertel of wat foto’s stuur want ze willen onderhand wel eens zien waar ik geweest ben. Kunnen ze kijken of ze mee willen volgende keer!
En dat zit ik op dit moment uit te vogelen: leuke persoonlijke authentieke reizen door Zuid-Afrika met een ECHTE Afrikaner (die van mij) zodat het zeker te weten ook veilig is. Want ja daar schort het natuurlijk nogal eens aan; volgens Nic zijn wij Nederlanders af en toe echt niet goed bij ons hoofd en mogen we in onze handen knijpen dat we niet al 7 keer zijn verkracht EN vermoord. Want we gedragen ons onverantwoordelijk (ons=WILMA, want dat bedoelt ie eigenlijk.)
Maar goed, dit terzijde. We gaan geen voorspelbare reisjes maken want daar rijd je alleen maar achter de andere toeristen aan. Nic weet waar je echt moet zijn: buiten de gebaande paden. De landkaarten liggen uitgespreid op tafel want dat is veel “echter” dan Google Maps. Of ze nog actueel zijn vraag ik. Hij kijkt me aan alsof ik van een andere planeet kom. Of ik denk dat de Baviaanskloof inmiddels veranderd is vraagt hij? Hmmm.
Hopelijk kunnen we tijdens het rijden wel Google Maps gebruiken want kaartlezen en “bijrijden” tegelijkertijd: dat gaat ‘m niet worden (wagenziek, ik. Breek de bek van mijn zussen en broer niet open 🤣). Of … IK moet rijden, dat kan natuurlijk ook nog. Nou, in my DREAMS!! Hij huivert al bij de gedachte alleen. Nic vertrouwt de Google mevrouw niet zo en sowieso weet hij overal de weg nadat hij eenmaal op de kaart heeft gekeken. Het is om jaloers op te worden. Ik kan in het huis niet eens met mijn ogen dicht na vier keer ronddraaien aanwijzen waar de badkamer zit.
Keuzestress
Hij schotelt me allerlei verschillende scenario’s voor en dan kan ik natuurlijk niet kiezen. Daarom kiest Nic en het wordt 6 dagen door de Oostkaap; vanaf Oesterbaai via Patensie door de Baviaanskloof, vervolgens naar Nieu Bethesda en Graaff Reinet. Met, om het af te sluiten, een bezoek aan Addo Elephant Park. En daarna gaan we terug naar huis. Volgens Nic ben ik dan he-le-maal total loss want snap ik wel HOE VER dat allemaal is? Het ziet er volgens mij niet zo ver uit maar ja, de wegen zijn natuurlijk wel even anders als in Nederland.
Al zoekend naar accommodatie stuit ik op een 1920 Safari Camp. In gedachten zit ik meteen met Robert Redford in Out of Africa-stijl te dineren in de bush. Slapen in een echte safaritent, geen stroom en de badkamer is “buiten”.
Hier moet ik heen! “Het ligt op de weg” wijs ik. Nic zucht maar zwicht uiteindelijk toch. “De trip gaat nu 2 dagen langer duren” waarschuwt hij “Hoe moe sal jy dan wees??” Geen idee, maar misschien is hij zijn eigen gevoel op mij aan het projecteren. Ik doe er het zwijgen toe. We gaan gewoon.
Off the road door Baviaanskloof
De Baviaanskloof, een ongerept natuurgebied dat op de werelderfgoedlijst staat, ligt tussen 2 bergketens in (Baviaans en Kouga). We gaan er dwars doorheen met onze 4×4 (met een gewone auto gaat het niet lukken). Prachtige rit maar soms ook behoorlijk eng want hekjes en afrasteringen langs de ravijnen zijn zeldzaam. Je hebt, kortom, een ervaren en koelbloedige chauffeur nodig en die heb ik gelukkig. Ik kan me dus concentreren op het spotten en tellen van bavianen. Er foto’s van maken lukt niet want Nic blijft alsmaar doorrijden achter die apen aan! “Stop nou!” roep ik en dan schrikken ze weer omdat ik roep. Pffff. Dus ik heb NIET EEN foto van een bobbejaan, zoals hij ze noemt.
Het is bloed- en bloedheet en af en toe stoppen we om wat te drinken en te eten. Ik heb een imponerende picknick-koelbox samengesteld en daar doen we steeds een greep in. En we drinken koffie uit een verzilverde thermosfles met inscriptie want het moet natuurlijk wel allemaal stijlvol.
De overzichtsborden laten zien dat we maar bedroevend weinig opschieten en ik vraag me af of Nic niet te optimistisch was met zijn inschatting dat we er 6 uur over zouden doen. “Straks is het donker” somber ik, want dat gebeurt hier altijd “ineens” en vlug ook. Maar … het valt mee. Na 47 cupcakes (en zonder reisziektepillen) komen we bij Speekhout aan waar we gaan overnachten.
Nic heeft van Paulien een heuse boomhut gehuurd. Het is een soort Hans en Grietje-huisje uit het Sprookjesbos van de Efteling. Maar alles wat je nodig hebt zit erin en de bedden zijn geweldig. Douchen en de WC bezoeken kan ook: buiten op de vliering zeg maar. Het ziet er geweldig uit maar om er ‘s nachts naar toe te gaan … Joost mag weten wat je tegenkomt! Daar heeft Nic wel een antwoord op: N-I-K-S. Ja ja. En de spinnen??
’s Nachts word ik wakker van geschuifel en gesnuif. Er loopt iets of iemand op het pad onder het huis en ik lig verstijfd in bed. Na een kwartier leef ik nog steeds en is de deur niet bestormd. Wat het ook is wat daar beneden rondscharrelt: het heeft het kennelijk niet op ons gemunt. Met mijn zaklamp schijn ik door het raam maar ik zie niks. Wat ik aan het doen ben, vraagt Nic ineens. Ik schrik me kapot en daar schrikt hij dan weer van en zo staan we allebei zowat hyperventilerend in het kabouterhuis.
Hij loopt speurend rond en ik zeg ongeduldig dat het BUITEN te doen is en niet BINNEN. Maar dan zie ik dat HIJ iets ziet. “Wat? Wat? Zit er iets binnen??” Ik zit met opgetrokken knieën op het bed. “Nee” liegt ie. Of het een spin is, vraag ik, of een reptiel? Nee natuurlijk niet!
‘s Morgens vertelt ie dat ie een aantal muizen had gezien die gezellig achter de koelkast zaten. En dat gescharrel wat ik had gehoord was gewoon de stier van Paulien. Tuurlijk. Een echt natuurmens zal ik wel nooit worden.
Nieu Bethesda
Na het ontbijt trekken we verder, richting Nieu Bethesda, waar het befaamde Owl House-museum zit. Dat MOET je gezien hebben, volgens Nic. Ik heb de website bekeken en zag alleen een onoverzichtelijke hoop beelden in een tuin maar toen ik dat opmerkte viel er een stilte dus dat was kennelijk een barbaarse opmerking. Kortom: ik ben benieuwd.
Maar … we maken een tussenstop en overnachten in Willowmore bij Sophie’s Choice, een guesthouse op een uur of 2 rijden. Zij is een styliste en kan ook nog eens koken als de beste.
Vandaag is het relax-dag en dat betekent: eten. Ze tovert het ene na het andere hapje op tafel terwijl haar 5 pugs en 2 zwerfhonden zwijgend toekijken.
Die zwerfhonden vind ik zo lief! Sophie zelf doet er een beetje vreemd tegen, zie ik. “They ate all my kittens” deelt ze plompverloren mee. Oei, daar schrikken wij een beetje van. Maar voor de rest doen ze geen vlieg kwaad verzekert ze ons. Ik vind het toch een naar idee. Maar het moet gezegd, ze zijn wel lief.
Er zijn verder totaal geen gasten. De coronamaatregelen roeien het toerisme hier zo langzaam maar zeker uit. Als we de dag erna weer vertrekken is er bijna geen kip op de weg. De temperatuur is moordend en de zon is zo fel dat zelfs een zonnebril niet helpt.
Tegen de tijd dat we in Nieu Bethesda aankomen ben ik zo suf als een konijn van het geschud in de auto en de hete zon op het raam. Maar Jacques, samen met Justin de eigenaar van de cottage waar we gaan slapen, is zo wild en enthousiast dat ik al snel weer klaarwakker ben.
Hij heeft een verbouwing achter de rug waar je U tegen zegt maar het resultaat mag er wezen. Hij heeft ermee in een prestigieus woonblad gestaan. Ik raak niet uitgepraat over de originele manier waarop hij het heeft ingericht. Overal is wel iets te zien en de sfeer is geweldig. Had ik maar een paar nachten extra geboekt! Er is ook een lekkere veranda waar je beschut zit met rechts daarvan het kleine restaurant dat een vriend van hem bestiert. Kortom: het is perfect!
Jacques zelf is een echte entertainer en we hebben meteen een klik. Hij vertelt een verhaal van een klein manneke uit de buurt dat niet naar school wilde. Jacques had hem een bot voorgehouden. Of liever gezegd: een boom. Hij zou een boom in de tuin planten en die naar hem vernoemen als hij braaf naar school zou gaan: John de boom. Dat was niet tegen dovemansoren gezegd. De boom werd geplant en het manneke in kwestie beschouwde de boom als een echte vriend. En … hij ging ook nog eens braaf naar school. Tijdens de weekends dat hij thuis is bezoekt hij zijn vriend John (de boom). Hij had tegen Jacques gezegd dat hij nu VIER vrienden had wiens naam allemaal met een J begonnen. “O ja?” had Jacques gevraagd. “Ja, John, Jacques, Justin en Jezus” antwoordde de kleine man bloedserieus. Probeer dan maar eens niet te lachen 🤣 🤣🤣🤣!
Ik heb al helemaal geen zin meer om nog ergens heen te gaan maar ik MOET volgens Nic het Owl House zien. De wereldvreemde Helen Martins toverde haar huis en tuin destijds om tot een spectaculair schouwspel: veel kleuren, spiegels en gemalen glas waarmee muren en deuren zijn bekleed. De tuin staat propvol beelden (had ik al gezien). Ik krijg toch een beetje een raar gevoel als ik rondloop in het huis; vooral in de laatste slaapkamer waar 2 poppen op een bed liggen, nogal luguber. Je mag geen foto’s maken binnen.
Buiten staan verkopers (stuk voor stuk zo dronken als een tor) souvenirs te verkopen. Daar gaan we dus accessoires aanschaffen want volgens Nic hebben ze anders geen cent te makken. Zie links hun “magazijntje”. Let op de deur!
Nieu Bethesda, in de grote Karoo (woestijn), is een slaperig dorpje met onverharde, stoffige wegen. Dat klinkt duf maar het heeft een soort hypnotiserende werking; de tijd lijkt stil te staan en de rest van de wereld is mijlenver weg. Het is een beetje Twin Peaks achtig. Een ding weet ik zeker: hier moet ik vaker heen!
De volgende keer vertel ik over de rest van de reis! En over de testen en het spuitje. Pfff.