Nic is jarig en hij wil het niet weten. Ik moet meteen aan Hazes denken: Voor mij geen slingers aan de wand. Geen diner geen restaurant. Alleen: dat diner, dat wil hij dan weer wel. In plaats van een cadeautje. Wat zeggen ze tegenwoordig ook alweer? Het gaat om belevenissen en niet om bezit. Nou, daar weet ik inmiddels alles van. Dus … we gaan (weer) uit eten. The Big Time Taverna gaat het worden. Grieks. Volgens Nic DE place-to-be.
Hmm, ik ben ooit eens heel ziek geweest van Grieks eten en op een of andere manier blijft dat me altijd bij. Het waren gevulde wijnbladeren, als ik eraan terugdenk krijg ik nog het zuur. Maar goed, de menukaart op de website ziet er veelbelovend uit dus we maken likkebaardend al een keuze. Dan zie ik onderaan dat de menukaart uit 2018 stamt. Is dat effe jammer.
Nic krijgt bijna een attack als hij de prijzen ziet. Zoiets had hij al gehoord van vriend Ivan. Die beweerde dat je de hypotheek op je huis moest verhogen om daar te gaan eten. Nou, zo erg is het ook weer niet maar voor Zuid-Afrikaanse standaarden is het inderdaad pittig geprijsd. “Maar je wordt maar 1 keer 62” roep ik en dat had ik nou NET niet moeten zeggen … want …. hij wil het immers niet weten.
Ik bel om een afspraak te maken en hoor dat ik uiterlijk om 12 uur moet komen omdat ze anders vanwege de avondklok niet op tijd thuis kunnen zijn. Die begint om 21 uur. Zouden ze te voet naar huis moeten of zo?? Nou ja, dan wordt het maar een lunch. Nic informeert bezorgd of we dan nog wel die dingen kunnen eten die we uitgezocht hadden. Stel je voor dat ze alleen tosti’s hebben ‘s middags! Gelukkig valt dat mee.
Als we binnenkomen stuiten we op een soort altaar. Een levensgrote foto van een man met allemaal boeketten erbij en overal door het restaurant komen we meer van dit soort foto’s tegen. “Is dat de baas soms?” vraagt Nic naïef. “Ja, en hij is dood” antwoord ik. Nic valt bijna flauw. Wat zeg ik nu toch weer? Na 3 jaar is hij nog steeds niet gewend aan mijn directe antwoorden.
Maar … ik heb wel gelijk. Een paar dagen geleden is hij overleden, hij was inderdaad de eigenaar. De stemming is dan ook behoorlijk bedompt en de ober barst bijna in snikken uit als hij de boel uit de doeken doet. Suikerziekte en corona, daar is de man in kwestie aan onderdoor gegaan. “Hij was ook veel te dik! En hij at veel te veel suiker!” Het ontbreekt er nog maar aan dat hij Eigen Schuld Dikke Bult zegt.
We durven haast niet meer op de menukaart te kijken. Als de ober wegloopt sis ik dat het nu dus ECHT tijd wordt dat we weer op dieet gaan. Hierna dan hè. Voordat wij OOK suikerziekte krijgen. Nic is het er helemaal mee eens. Maar wel pas morgen beginnen dan. Of nee, dat kan niet want hij is dinsdag pas echt jarig. En op je verjaardag op dieet, dat kan natuurlijk niet. Ik opper dat we dan op die ene dag ertussenin juist de boel een beetje kunnen corrigeren maar hij hoort me geloof ik niet. Hij bestudeert de menukaart. Aangezien deze niet is veranderd sinds 2018 kunnen we de hapjes laten doorkomen die we thuis al hadden uitgekozen.
Het eten is heerlijk en het mineraalwater ook. Want: geen alcohol. Dat zit nog steeds in de ban. De mores hier in het restaurant zijn iets anders dan bij ons. Allereerst: zodra je je bord leeg hebt wordt het meteen onder je handen vandaan gegrist. Ik vind dat bijzonder ongezellig dus ik heb al eens geprobeerd slim te zijn en het bestek zo neer te leggen alsof ik nog niet klaar ben. Maar zo werkt het dus niet. Leeg is leeg en opruimen die hap.
Allertweedst (is geen woord, weet ik): het tempo waarin de gangen doorkomen ligt flink hoog. Het is de bedoeling dat je zo snel mogelijk opzout. Wij eten daarom altijd heel langzaam. Want vragen of ze even kunnen wachten met het volgende gerecht, dat helpt niet. Daar win je vijf minuten mee en daarna komen ze gewoon het spul uitserveren. Ik opperde dat we misschien tegen de ober zouden kunnen zeggen dat wij wel aangeven wanneer het volgende gerecht kan doorkomen maar dat kan echt niet. Dat zou zo onbeschoft zijn! Ik snap er af en toe geen zak van. Je kunt hier maar heel weinig dóórvragen, dat is eigenlijk waar het op uit komt.
Onze buikjes zijn lekker rond en ik vraag om de rekening. Ik kijk de ober veelbetekenend aan maar hij snapt het niet en roept keihard het bedrag van de rekening. Het echoot zowat door het restaurant. Wat een droplul zeg. Nic kijkt me verschrikt aan. Het is omgerekend 60 euro. Maar volgens de hamburgerindex (een of ander economisch model wat aangeeft hoe het prijsniveau van het ene land zich verhoudt tot het andere) voelt dat voor Nic zeg maar als 150 euro. Dus het is inderdaad voor Zuid-Afrikaanse begrippen best een dure tent. Maar … het was heerlijk en je wordt maar een keer 62!
Op de dag zelf bak ik een taart voor hem. Hij ziet er niet zo uit als op de verpakking maar hij is LEKKER! Niet normaal. We presteren het om de hele taart in 1 dag op te eten. Kunnen we morgen tenminste weer aan de lijn. Ik durf inmiddels niet meer op de weegschaal te stappen. Omdat hij maar een keer 62 wordt lust hij ook wel pasta met een lekkere saus. Nog meer koolhydraten. Om de boel af te blussen eten we ijs na en ‘s avonds winegums. Ik word nog misselijk als ik er nu aan denk!
Vroeger was er een vrouw op tv, dr. Gillean heette ze geloof ik, die dikke mensen een week lang liet eten wat ze wilden en dan moesten ze een zelfde hoeveelheid op de tafel leggen. Na een week konden ze met eigen ogen zien wat ze verorberd hadden. Ik weet nog dat ik regelmatig met afgrijzen zat te kijken wat er weggestouwd was door zo’n man of vrouw. Ze stonden er altijd een beetje schaapachtig bij te lachen als ze met dr. Gillean samen de schade opnamen. Hadden ze dat echt opgegeten? Joh!
In gedachten leg ik op de salontafel wat wij allemaal naar binnen hebben gewerkt vandaag. Ook nog biscuitjes met roomboter erop trouwens. Omdat je maar 1 keer 62 wordt. Blurp!
M’n opa, m’n opa, m’n oPAAAAA
En weet je wat je ook maar één keer voor de eerste keer wordt? OPA! Nic wordt opa! Dochter Nicole is in verwachting en dat had Nic totaal niet verwacht. Ze vertelt iets aan de telefoon en ik hoor niet wat het is maar zie dat Nic het zeg maar “effe niet kan wisselen!” Ondertussen tettert zij vrolijk verder. Met moeite komt hij ertussen en zegt dat hij het “even aan Wilma moet vertellen”. “Ze is zwanger” roep ik enthousiast en hij kijkt me verbluft aan. Wat? Hoe weet ik dat nu weer? Had ik het soms gehoord? “Nee, maar ik zag jouw hoofd en toen wist ik het” lach ik. Hij kan er niet bij en als ze even later ophangt zakt hij in zijn stoel. Hij krijgt een foto binnen van 6 zwangerschaps-teststaafjes die allemaal op positief staan en kijkt er verbijsterd naar. “Je wordt opa!” roep ik blij. “Jij wordt oma!” voegt hij er vlug aan toe. “OK” zeg ik, het is kennelijk belangrijk dat we in dezelfde schuit zitten.
Hij deelt mee dat hij weer aan het werk moet. Zo te zien is de boodschap nogal binnengekomen. “Wanneer komt het kindje?” vraag ik nog. Hij heeft geen enkel idee want Nicole moet eerst naar de dokter. “Bel Dalene even” zeg ik. Dat is zijn ex. “Jullie worden grootouders, dat is toch leuk!” Ik krijg een wanhopige blik toegeworpen en besluit dat ik beter niet “m’n opa m’n opa m’n opAAAA” van Ja Zuster Nee Zuster kan gaan zingen. Dat lied zit namelijk meteen in mijn hoofd maar ik vermoed dat het niet goed zal vallen nu.
Wat zou dat toch zijn, met mannen die opa worden? ’s Avonds als we gaan eten vraag ik het aan hem. Hij?? Opa?? Zo voelt hij zich toch helemaal niet zeker! “Nee, maar straks wel, als het kindje er is” zeg ik bemoedigend. “Bel Dalene nou even!” Nou, vooruit dan maar. Ik hoor haar gillen van enthousiasme aan de andere kant van de lijn. Hij houdt de telefoon een eind van zijn oor vandaan. “She is over the moon!” zucht hij dramatisch. In rap Afrikaans probeert hij haar uit te leggen dat ze straks ook ‘s nachts wakker zal worden van het gehuil en dat ze vanwege alle kosten beter zelf de luiers kan gaan wassen. Nicole en haar man wonen namelijk in hetzelfde huis als Dalene. Het maakt Dalene geen zak uit, zoveel is wel duidelijk. Ik snap haar wel want ik zou ook com-pleet uit mijn plaat gaan als Lu en Emiel een baby zouden krijgen. Niet dat ik daar ooit over zeur, trouwens. Dat vind ik niet kunnen. Maar het zou verdomd leuk zijn!
Nic zou dat ook heel leuk vinden, zegt hij. Als Lu en Emiel een kindje zouden krijgen. Dan is hij namelijk opa maar niet in het echie. En dat scheelt een slok op een borrel kennelijk. “Laten we maar tv kijken” stel ik voor, dan heeft hij wat afleiding. The Handmaid’s Tale, we zitten inmiddels in seizoen 3.
Blessed be the fruit
And may the Lord open. Zo begroeten wij elkaar sinds we die serie aan het kijken zijn. Want dat zeggen ze de hele tijd. We zijn er behoorlijk melig van geworden na 30 afleveringen.
Het is geweldig dat Margaret Atwood zoiets in de jaren 80 al heeft geschreven. De serie was met name in de eerste 2 seizoenen erg goed, hoewel soms tamelijk heftig. Serie 3 dreutelt maar een beetje voort maar we willen het natuurlijk toch helemaal afkijken. Nog 6 te gaan. Ik hoop dat er geen maffe cliffhanger komt want dat trekt Nic heel slecht. Praised Be!
Crowdfunding
Als ik op de eind-dag 80% heb opgehaald kan ik aangeven of ik met dat geld het project alsnog kan realiseren. Dat wordt dan aan de donateurs gecommuniceerd die vervolgens kunnen aangeven of ze dat ok vinden, bij willen storten of juist hun geld terug willen hebben. In dat laatste geval is het einde oefening waarschijnlijk want als ik daarna op minder dan 80% uitkom krijgt iedere donateur het geld terug.
Ik krijg ook 5 dagen extra als ik op 80% zit en dat is ook fijn. Want ik heb op 35 dagen ingezet (dat was het advies) terwijl ik ook 42 dagen had kunnen doen. Heb ik wel een beetje spijt van nu, maar ja, “hindsight is the best insight” zegt Nic altijd. En zo is het maar net. Dus ik moet er nog flink tegenaan om in ieder geval op die 80% uit te komen en probeer er van alles aan te doen. Een resultaat van mijn noeste arbeid is dat ik in linda.nl sta.
Wil jij me steunen? Dat kan!
Door hier te klikken kom je op de crowdfundingpagina terecht. Ik lever een leuke tegenprestatie. Stel dat je een ander idee hebt (qua tegenprestatie): laat het me dan weten en stuur me een mail. Dan kan ik je voorstel overwegen. Misschien kan ik tekst voor je schrijven, een presentatie houden of een online les geven? Of ik kan een keer Zuid-Afrikaans komen koken! Na het coronatijdperk dan …